Ratingregels voor invallers (1e , 2e en 3e klasse)
Evenals voorgaande jaren wordt gerekend met de gemiddelde teamrating. Dus de invloed van een
invaller op de teamrating moet berekend worden.
De gemiddelde rating van de feitelijke spelers van het team, waarin de invaller(s) wordt(en)
opgesteld, mag daardoor niet hoger worden dan de ondergrens van de van de naast-hogere klasse.
Deze beperking geldt dus niet voor de hoofdklasse, aangezien daar geen naast hogere klasse is.
Toelichting: Bij de indeling in klassen, worden aan de hand van de ratinglijst van 1 mei 2024 voor
iedere klasse een boven- en ondergrens bepaald. Op basis van de oorspronkelijk opgegeven spelers
wordt de gemiddelde rating van ieder team bepaald. Vervolgens werden deze teams op volgorde van
rating in klassen ingedeeld. De ondergrens van een klasse is tevens de bovengrens van de volgende,
lagere klasse.
Met deze regeling is de individuele rating dus niet bepalend, maar het effect van de invaller(s) op de
gemiddelde teamrating. Dat betekent dus dat een hogere rating eventueel gecompenseerd
kan/moet worden door een lagere rating. Bij onreglementair invallen worden de resultaten van de
invaller(s) omgezet in reglementaire nederlagen.
Deze regeling heeft als voordeel dat de gemiddelde speelsterkte een team altijd thuishoort in de
klasse waarin dat team is ingedeeld, hetgeen eerlijker is én het geeft meer flexibiliteit bij het inzetten
van invallers. Voor dit jaar (2024) zijn de maximaal toegestane gemiddelde ratings:
1e Klasse | 2030 | |
2e Klasse | 1901 | |
3e Klasse | 1776 |